We durven gewoon niet

Met nog één verjaardag te gaan voor mijn dertigste en meer dan tien jaar sinds mijn eerste en laatste echte vriendje mag ik me er wel toe rekenen: de singles. In mijn geval, meer specifiek: de christelijke singles.

Een vreemde groep, als je het mij vraagt. Niet enkel vanwege de nogal scheve man / vrouw verhoudingen (ik heb het over aantallen, niet over rolverdeling, al sluit ik niet uit dat er ergens een verband is).

Een vreemde groep, omdat ze niet helemaal eerlijk is over zichzelf.

Van oudsher in het “grote gebed” weggezet in het rijtje van weduwen, weduwnaren, alleenstaanden* en langdurig zieken, doen we er alles aan niet zielig gevonden te worden. In onze poging te benadrukken dat ons leven alleen niet minder volwaardig is dan dat van onze getrouwde leeftijdsgenoten ontkennen we vaak dat we eigenlijk wel gewoon naar samen verlangen.

Of, naar voorkeur van de dienstdoende predikant, met nadruk alleengaanden. Het zou wat minder ernstig moeten klinken. Het verschil heb ik nooit echt begrepen.

Niet dat we er helemaal nooit over praten. Wij vrouwen, tenminste, doen dat wel. Onderling, dan. En meestal houden we onszelf ook dan redelijk groot.

“Een huwelijk is ook niet enkel rozengeur en maneschijn”, voegen getrouwde vrienden ons soms troostend toe. Dat weten we: we zijn immers op een leeftijd waarop de eerste van onze vrienden, ooit gelukkig getrouwd, weer uit elkaar gaan.

We zien de pijn. Maar ook de goede voorbeelden. De opa’s en oma’s die na zesenvijftig jaar naar eigen zeggen nog lang niet zijn uitgepraat, “al vallen we wel soms in herhaling”.

We hebben dan wel geen praktijkervaring, maar ons beeld is niet onrealistisch. Meestal hebben we ook wel één of twee relaties achter de rug, zijn online gaan daten, of hebben in ieder geval Tim Keller’s “Het Huwelijk” gelezen, want, zeiden onze getrouwde vrienden: “het is ook heel interessant voor singles hoor”.

We kennen de theorie, zien ook dat die rozen soms venijnig kunnen prikken. Toch verandert dat niets aan wat we het liefste willen.

Hoe vol ons sociale leven ook, de dag eindigt altijd in een leeg huis. Hoe feestelijk de kersttafel ook, we zitten er altijd alleen. Hoe fijn ook dat we alle zondagsschoolkinderen aan het einde van de dienst weer naar hun ouders kunnen sturen, er is er niet eentje van onszelf. Hoe goed een knuffel ook kan doen, ons verlangen naar intimiteit blijft onvervuld. Hoeveel we ook met vrienden kunnen delen, ons leven  nooit.

Dus echt, we willen liever samen.

Op de één of andere manier is dat waar het stopt. Verder dan willen komen we niet. Alsof we aan de rand van het zwembad al jaren anderen observeren, beredeneren hoe het zou zijn om te zwemmen en hoe je dat dan het beste zou kunnen doen. Dat alles zonder ooit één teen in het water te steken, laat staan er gewoon maar in te springen.

We durven gewoon niet.

We zijn hoogopgeleid. Zijn gewend aan plannen, deadlines, strategieën, doelen en vooral veel, heel veel controle. We maken keuzes en zetten ons er met passie voor in. Maar als het aankomt op gevoel helpt dat ons niet, staat het misschien zelfs alleen maar in de weg. En daarom doen we gevoel gewoon maar niet.

We zijn bang onszelf te laten zien. Hoe langer we erover praten, hoe moeilijker dat ook wordt. En daarom doen we net alsof het ons niet raakt.

Stoer maken we grapjes, hangen we de “happy single” uit, overschreeuwen we de pijn die er óók is.

Want begrijp me niet verkeerd. We zijn happy singles. We hebben banen, huizen, hobby’s, auto’s en vakanties. Belangrijker: we hebben neefjes, nichtjes, vrienden, broeders en zusters. Essentieel: we hebben leren leven met God en vragen ons soms zelfs af of we wel naar een man of vrouw mogen verlangen, of we Hem daarmee niet miskennen.

We zijn gelukkig. En we kennen pijn, verdriet, gemis.

De één meer dan de ander. Het ene moment meer dan het andere.

Maar zullen we eindelijk eens beginnen er eerlijk over te zijn? Naar onszelf en naar de mensen om ons heen? Zullen we toegeven dat we gelukkig zijn én soms heel verdrietig?

Misschien gebeuren er dan wel heel erg mooie dingen.

4 thoughts on “We durven gewoon niet

  1. Zelf was ik iets meer dan 52 jaar en zeer gelukkig gehuwd, tot mijn lieve echtgenote via een ziekenhuisbacterie werd weggenomen uit het aardse leven. Sindsdien weet ook ik wat het is om alleen te zijn. Met alle plussen en minnen vandien. Er is voor mij weinig keus, ik heb de leeftijd van 80 jaar, en ik moet en mag maar zien het verder te rooien totdat ook ik het aardse leven mag afsluiten door over te gaan naar de eeuwigheid, naar de stad met fundamenten waarvan de Heere de bouuwmeester is, om daar met mijn Willy samen bij Hem te mogen zijn, in het Jerusalem, de stad van onze feestelijke bijeenkomsten naar luid van Jesaja 33. Hartelijke groet van Thomas Blokland

    Like

  2. Pingback: Dapper. – Een meisje onderweg

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s