Wie mij al even kent – of volgt – weet dat ik soms worstel met het leven.
Toen iemand me laatst vroeg: “Zeg, Erika, heb jij wel eens last gehad van een dertigersdilemma”, schoot ik dan ook in de lach. Genoeg last om al jaren een blog over te schrijven. “Heb je even?”
We raakten in gesprek. Spraken over de aanleiding tot die vraag. En ik vertelde mijn verhaal*.
* Een hekel heb ik eigenlijk aan die term: “mijn verhaal”. Maar goed, daar schreef ik al eens eerder over. En af en toe dekt zo’n vervelende term toch gewoon het best de lading.
Ik vertelde dus mijn verhaal. Over de hoogte- en de dieptepunten. En het weinige daartussenin.
En ineens viel ik even stil. Want – en ik besefte het pas op het moment dat ik het zei – ik realiseerde mij dat ik het toch niet anders had gewild. Niet met iemand had willen ruilen. Niet anders had willen zijn.
De dieptes zijn diep geweest. De pijn was intens. Het verdriet groot. Dat zullen ze blijven; al leer ik wel er beter mee om te gaan.
Maar zonder dat waren de hoogtes ook niet zo hoog. Was de vreugde minder groot. De blijdschap niet zo intens.
En dat zou ik voor geen goud willen missen.
Want juist het contrast geeft het leven kleur.
Dus doe mij die pijn en dat verdriet maar. Als dat me ook de blijdschap en de vreugde geeft.
Ik denk dat dat me de laatste weken ook zo blij maakt. Het gaat namelijk oprecht goed met me. Ik heb januari niet alleen overleefd; ik heb geleefd en zelfs genoten.
En ergens vertrouw ik dat gevoel niet helemaal. Vanbinnen klinkt een stemmetje. Wat als ik morgen ineens weer onderuitga? Toch iets over het hoofd zie? Signalen van mijn lijf negeer?
“Tsja”, zei mijn therapeut, “dat zie je dan toch wel?”
En voor dat advies gaat er dan weer een flinke nota naar de zorgverzekering. Maar gelijk had ze wel. Ik schreef jaren geleden al dat ik meer zou willen “zijn”.
Laat ik dan nu gewoon maar blij zijn.
Blij dat ik leef.
Blij dat ik leef.
Geen dankbaarder vader dan een die blije kinderen heeft!
LikeLiked by 1 person